Recensie | The World’s End (Nico Hoeijmans)

The World’s End, het slotstuk van de Cornetto trilogie, niet in de Nederlandse bioscoop? Dat ging niet gebeuren. Balen, dan maar downloaden of wachten tot deze éindelijk een keer toch op televisie wordt uitgezonden. En toen was daar het bericht van Simon Pegg met heuglijk nieuws. The World’s End zou ook in Nederland (beperkt) worden vertoond. Gelukkig maar. De Cornetto trilogie heeft eigenlijk maar een bindende factor: het bekende ijsje. De eerste twee delen Shaun of the Dead (2004) en Hot Fuzz (2007) beloofde zoveel goeds, dat de teleurstelling groot was dat Nederland wellicht zou worden overgeslagen. Niet getreurd dus: The World’s End, met vele grappen en inside jokes, die een link mogelijk maken met de eerste twee delen, staat klaar. Dezelfde acteurs (Simon Pegg, Nick Frost), zelfde humor, zelfde hoofdgenre. Dat moet een knallende afsluiter worden.

Titel: The World’s End
Regie: Edgar Wright
Cast: Simon Pegg, Nick Frost, Martin Freeman, Paddy Considine, Eddie Marsan, Rosamund Pike, Pierce Brosnan, Bill Nighy
Scenario: Simon Pegg, Edgar Wright
Genre: Komedie
Speelduur: 109 minuten
Release: 14 november 2013

Koningen van de buurt

De typisch Britse film begint met de totaal niet volwassen geworden Gary King (Simon Pegg). Deze uit de kluiten gewassen, over de houdbaarheidsdatum levende veertiger en zijn vrienden waren, zo leek het voor hen althans, de koningen van de buurt. Zij waren degene die er de stemming inhielden, zij waren degene die toffe dingen deden. Wat was het toppunt van al dat coole gedoe? Dat moest de meest epische kroegentocht worden. Nadat de heren hun diploma’s hebben gehaald, besluiten zij en kroegentocht langs de twaalf kroegen in hun dorpje New Haven te houden.

Een dikke twintig jaar later komen we erachter dat die kroegentocht door een ongeluk nooit is volbracht. De laatste kroeg, ‘The World’s End’ hebben zij nooit bereikt. Omdat mislukkeling Gary King het idee opvat om toch die kroegentocht af te maken, begint hij aan een missie om zijn vrienden te op te ronselen voor een echt mannenweekendje. Uiteraard in New Haven, uiteraard met de fameuze kroegentocht op het programma. De vier vrienden, gespeeld door Nick Frost, Martin Freeman, Paddy Considine en Eddie Marsan, stemmen met meer dan frisse tegenzin in met het plan van de manipulatieve, liegende, bedriegende en aan alcohol verslaafde Gary King.

Mannenweekend!

Eenmaal aangekomen in New Haven blijkt dat Gary echt is blijven steken in zijn jeugdjaren. Met dezelfde auto, dezelfde cassettebandjes en de even zo grote drang naar drank en zijn kameraden. De van een spraakwaterval voorziene Gary zorgt ervoor dat zijn vrienden eigenlijk al snel genoeg hebben van het hele gebeuren, totdat er iets gebeurd waardoor ze niet langer terug kunnen. Hier komt het sciencefiction gedeelte van de komedie om de hoek kijken. Een deel dat eigenlijk totaal van ondergeschikt belang is voor de film.

Qua verhaal gaat de film hier dan ook enigszins bergafwaarts. Waar genoeg tijd is genomen om het verhaal enige opbouw te geven en de vijf jeugdvrienden in New Haven te krijgen, volgt vervolgens een nogal absurdistische achtervolging en strijd tussen de vijf vrienden en wezens uit New Haven. De clue van dit verhaal wordt na een uur al weggegeven, waarna de film nog meerdere malen voortkabbelt met de nodige zijtakjes en dialogen, die vaak uitermate grappig zijn maar totaal overbodig voor het verhaal blijken.

The World's End

Brits gebral en roestende vriendschap

De kracht van The World’s End is dan ook niet het verhaaltje. Het is de typische Britse humor die er tussen de vijf vrienden speelt. Het sciencefiction is van ondergeschikt belang aan het echte doel van de film. Pegg en Frost zijn een uitermate sterk duo. Frost speelt de wat chagrijnige Andy, in tegenstelling tot in de eerdere films de rustige van de twee, die na zijn jeugd wel een succesvol leven opgebouwd en uitermate verbolgen is dat de hysterische Gary de vriendengroep in deze situatie heeft gebracht. Het non-stop bekvechten levert prachtige situaties op met de typische Britse humor. Humor die vooral gebaseerd is op het dialoog, die eigenlijk van de hak op de tak en van de ene dubbelzinnigheid in de andere vervalt, zonder standaard een flauwe seksuele opmerking te maken. De rol van Oliver (Martin Freeman) zorgt ervoor dat het vuurtje vaak nog net even wat meer wordt opgestookt.

Toch is ook The World’s End een ‘gewone’ ode aan jeugdvriendschap die blijft bestaan. En hoewel de karakters eigenlijk alleen ruzie lopen te maken, strijden zij uiteindelijk toch voor hetzelfde doel: het behouden van de vriendschap. Hoewel vooral Gary King, met zijn grote voorliefde voor alcohol en de enorme drang de kroegentocht af te maken, het de anderen ontzettend moeilijk maakt: echte vriendschap roest niet. Ook niet in The World’s End.

Overheerlijke Cornetto

The World’s End is een waardige Cornetto-afsluiter. De spitsvondige dialogen maken het niet overdreven sterke verhaal totaal ondergeschikt aan de humor die er in de komedie schuilt. Hoewel de droge grappen je uiteraard moeten liggen, is The World’s End als de ontbrekende chocoladestukjes aan een goed Cornetto-ijsje: een overheerlijke, grotdroge aanrader om te kijken.

Nico Hoeijmans