Recensie | Poesía Sin Fin (Wouter Greven)

Poesía Sin Fin (‘Eindeloze Poëzie’) is een titel die Alejandro Jodorowsky past als een strakke, leren handschoen: hij is niets minder dan een dichter gehuld in de kleren van een cineast. In de nieuwe kleren van de keizer, beter gezegd, want Jodorowsky is inmiddels 87 en blijkbaar draaien zijn films nog steeds in de bioscoop. Ik was benieuwd. Wat blijkt, Poesía Sin Fin lijkt hetzelfde te willen zeggen als Jodorowsky’s meesterwerk La Montaña Sagrada (1973): je leven kan een leven zijn, maar ook een gedicht. Lees hier de recensie van Poesía Sin Fin door Wouter Greven.

Titel: Poesía Sin Fin
Regisseur: Alejandro Jodorowsky
Scenario: Alejandro Jodorowsky
Cast: Adan Jodorowsky, Alejandro Jodorowsky, Pamela Flores, Brontis Jodorowsky, Bastián Bodenhöfer, Jeremias Herskovits, Hugo Marín, Felipe Ríos, Carlos Leay, Leandro Taub
Speelduur: 128 minuten
Genre: Biografue, drama, fantasy
Release: 5 januari

Jodorowsky zag zijn eerste licht in Chili, 1929. Zijn moeder was een Joodse immigrante en zijn vader ook, al stond die laatste vooral bekend als een bullebak die Alejandro’s moeder constant treiterde, sloeg en verkrachtte. Uit die laatste daad werd de kleine Alejandro Jodorowsky geboren. Zijn vader mocht hem niet, zijn moeder evenmin, en voor de mensen in zijn omgeving was hij een outsider, een kind van ongewenste immigranten. Dit klinkt allemaal niet echt leuk (en dat was het vast ook niet), maar zoals vaker blijken eenzaamheid en ongeluk wel een vruchtbaar fundament voor een lang, creatief leven.

Op zijn vijftiende ontdekte Jodorowsky de wereld der literatuur, een daad van rebellie. Hij schreef gedachten, las gedichten, dacht na, filosofeerde, las over filosofie, las over anarchie en raakte in de ban van theater en mime. Maar Chili was niet helemaal zijn plek en in een impuls nam hij het vliegtuig naar Parijs. Aldaar ging theater over in film en de jonge Alejandro Jodorowsky werd een cineast. Hij verkaste nog naar Mexico-City, en dankzij (of ondanks) de ‘onderwerpen’ van zijn films werd Jodorowsky een cult-figuur.

Veel films volgden, waaronder het mystieke La Montaña Sagrada in 1973. Daarvoor bracht hij El Topo uit, een zwartgallig en bruut epos dat gevat wordt in de term acid-western. Zegt genoeg lijkt me. Inmiddels blikt hij terug op zijn bewogen leven. Zijn vroege jeugd kwam al naar voren in La Danza de Realidad (2013) en nu draait het vervolg, Poesía Sin Fin, in uw lokale alternatieve bioscoop.

Poesía Sin Fin verhaalt over Jodorowsky’s leven in Chili, vlak voor hij naar Frankrijk vertrok. De jonge dichter brak los van zijn familie en van zijn leven tot dan toe, en vestigde zich in de artistieke kringen van Chili in de jaren ’40. Hij raakte geïnspireerd door de levenswijzen van zijn vrienden en collega’s en ontdekte samen met hen het leven, authenticiteit en vrijheid. Poesía Sin Fin legt deze zoektocht bloot op Jodorowsky’s wijze: vrij, symbolisch en ontzettend kleurrijk.

Uit Poesía Sin Fin blijkt voor de zoveelste keer Jodorowsky’s gevoel voor de taal der beelden. Hij vertelt niet alleen een (autobiografisch) verhaal met zijn acteurs en een script, nee, ieder los beeld, ieder visueel detail vertelt een verhaal. Die gedetailleerdheid, die vaak verward wordt met chaos, kán vervelen, maar dat hoort bij een Jodorowsky-film. Het is zaak om in de schijnbare willekeur een bepaalde schoonheid te vinden, een ritme van kleur. Een soort lichtgevende ruis, daar was ik naar op zoek. En die vond ik.

Poesía Sin Fin is (min of meer) autobiografisch, maar het lijkt alsof Jodorowsky’s herinneringen zich vermengd hebben met zijn dromen. Kleurrijke figuren wisselen zich af met maagdelijke vrijpartijen, vrouwen met een zilveren huid zijn muzen, de liefde wordt bedreven met een vrouwelijke dwerg, vaders worden kaalgeschoren en dwerg-Hitlers schreeuwen het hardst. Deze scenes zijn clownesk, maar ook soms vervreemdend. De film is eigenlijk gebouwd op de logica van de droom: het ontbreken van logica. Het kán, maar het is gewoon totaal niet logisch.

Wat heeft Jodorowsky nog een stel ballen hangen, denk ik na mijn avond met Poesía Sin Fin in de bioscoop. In plaats van veren in zijn reet te steken, vertelt hij over zijn leven als een clowneske vertoning, alsof het allemaal een verkleedfeest is. Alsof het allemaal een grap is, tot aan het kaalscheren van zijn vader toe. En die dichterlijke bescheidenheid siert hem, de man die bij uitstek een spel maakt van zijn creaties. Ik speel het spelletje mee en laat Mulisch nog even aan het woord: ‘Niet de schrijver, de lezer moet fantasie hebben. De lezer is niet de toeschouwer van een toneelstuk, maar de akteur die alle rollen uitbeeldt.’ Houd dat in gedachten, als u deze wonderlijke film nog gaat zien. Houd ook de ramen dicht. Dan gebeurt dat wat Jodorowsky voorspelde: je leven is je leven, maar ook zeker een gedicht.

Wouter Greven