Recensie | Fantasia in Concert (Sandro Algra)

Alles is tegenwoordig ‘In Concert’. Een bekend voorbeeld zijn de immens populaire natuurdocumentaires die na hun première op de BBC vaak live in een grote arena worden vertoond onder begeleiding van een voltallig symfonieorkest. Frozen Planet in Concert was een groot succes in Nederland. Ook Hollywoodfilms krijgen vaak deze behandeling. Zo had je afgelopen jaar The Lord of the Rings in Concert. Als er echter één film is die het verdient om live opgevoerd te worden is dat wel het Disney meesterwerk Fantasia uit 1940. Op 26 december 2014 was het dan eindelijk zover. Een samenwerking van Van Lambaart Entertainment en RTL Live Entertainment bracht twee voorstellingen van Fantasia in Concert, en wel in het Ziggo Dome te Amsterdam!

Emotioneel simplisme

Disney films hebben waarschijnlijk bij ons allemaal wel een belangrijke rol gespeeld toen we klein waren. De studio gold gedurende het grootste deel van de 20ste eeuw als de voornaamste pionier op het gebied van lange animatiefilms. Je kunt zeggen dat ze daarmee een monopolie hadden op onze jeugd. Toch was ik redelijk kieskeurig met deze films: lang niet elke Disney film is mij bijgebleven.

Fantasia blijft een van mijn favoriete films aller tijden, als driejarige had ik al een fascinatie met dit werk. Op school vonden veel van mijn klasgenoten dit echter een van de saaiere Disney films, of ze hadden er niet eens van gehoord. Op zich was dit niet gek: Fantasia blijft een van Disney’s meest experimentele animatiefilms. Het bevat noch dialoog noch een doorlopend plot. In plaats daarvan zien we een reeks korte verhalen of abstracte sequenties die begeleid worden door beroemde klassieke muziekstukken. Maar Disney films zijn nooit afhankelijk geweest van een sterk plot. Ze worden gedragen door de emotionele ervaring die je als kijker beleeft.

Wat mij betreft is Fantasia Disney’s meest geslaagde oefening in ‘emotioneel simplisme’: de film bewijst dat er lang niet altijd een plot aan te pas hoeft te komen om een meeslepende ervaring neer te zetten. Een beeld met vallende bladeren of een vulkaanuitbarsting kan met de juiste muziek veel meer bij de kijker oproepen dan het verhaal van een meisje dat wordt gered door een prins op een wit paard. De Disney animators waren misschien wel de meest geschikte mensen om dit soort beelden tot leven te wekken. Na 75 jaar is er nog altijd geen film die animatie en muziek op zo’n unieke en grootse manier weet te combineren.

Recensie | Fantasia in Concert (Sandro Algra) 1

Fantasia à la RTL

Gedurende Fantasia in Concert stond het publiek een aantal verassingen op te wachten. Het programma werd gepresenteerd door niemand minder dan Robert ten Brink. Elk muziekstuk werd door hem van een korte inleiding voorzien, met feitjes over de achtergrond van de muziek en het filmpje dat erbij hoorde. Af en toe voorzag hij zijn uitleg van een ‘geïmproviseerde’ humoristische opmerking: “Voor het volgende stuk hebben we een pianist nodig. Is er toevallig een pianist in de zaal!? Hé kijk, het is Ako Taher van Holland’s Got Talent!”. RTL is uiteraard een commerciële zender, maar kunnen ze zelfs bij een muziekavond niet zonder zelfpromotie?

De intermezzo’s duurden gelukkig nooit heel lang: des te meer tijd voor de muziek. Wel verkeerde ik in de veronderstelling dat alle segmenten uit de originele film in hun geheel gedraaid zouden worden (dat begreep ik tenminste uit een advertentie). In plaats daarvan was het programma opgemaakt uit een selectie van 10 segmenten uit zowel Fantasia als de veel recentere vervolgfilm Fantasia 2000. Op zich was dat niet verkeerd. Het maakte de voorstelling er aangenaam spannender op omdat het publiek zich telkens afvroeg welke stukken er zouden volgen.

Recensie | Fantasia in Concert (Sandro Algra) 3

Het programma

Als jij een muziekstuk voor het eerst hoort en je ogen sluit, waar denk je dan aan? Je gedachten hebben net als de muziek vaak geen absolute betekenis: veel van ons visualiseren bijvoorbeeld kleuren of abstracte vormen die op het geluid meebewegen. Deze interpretatie noemt men ‘absolute muziek’. Tijdens openingsnummer Symfonie nr. 5 van Beethoven zien we gekleurde geometrische vormen die door een bewolkte hemel lijken te vliegen. Uiteindelijk nemen ze de gedaanten aan van vlinders. Wat ik niet begrijp is dat hier, ondanks het achterliggende idee, toch een simpel verhaal wordt neergezet. We zien namelijk een moedervlinder die haar kind moet beschermen tegen een vlucht zwarte vleermuizen (ik dacht dat babyvlinders rupsen waren). Daarnaast is Symfonie nr. 5 een van de meest doodgespeelde muziekstukken uit het hele klassieke oeuvre. Het is daarom de vraag of dat überhaupt goede muziek is om je fantasie mee te prikkelen.

Recensie | Fantasia in Concert (Sandro Algra) 4

Direct hierna horen we een ingekorte versie van Symfonie nr.6, wederom van Beethoven. Het decor is nu een tafereel uit de Grieks-Romeinse mythologie. In een paradijs leven vreedzaam naast elkaar tal van wezens waaronder centauren, eenhoorns en cupido’s. Dit vond ik eerlijk gezegd altijd het minst boeiende gedeelte uit de originele film. Er gebeurt gedurende de eerste helft niet bijster veel, en de taferelen zijn nogal zoetsappig. De animatiestijl, inclusief overmatig gebruik van pastelkleuren, moet maar net je ding zijn. Gelukkig werd alleen de tweede helft opgevoerd. Bacchus, god van de wijn en roes, organiseert een groot feest dat plotseling wordt verstoord door een donderbui van oppergod Zeus. Moraal: vergeet bij een borrel niet je baas uit te nodigen.

Een klein cadeautje was de opvoering van Clair de Lune van Debussy. Deze scene was uit de oorspronkelijke vertoning van Fantasia geknipt. Op zich is dit begrijpelijk, het is een kort maar traag stuk in een toch al redelijk lange film. Toch was het mooi om ook dit onbekend segment op een groot scherm te kunnen zien. Er gaat een ronduit serene sfeer uit van de twee zilverreigers die uit het water opstijgen en langs de volle maan vliegen.

Recensie | Fantasia in Concert (Sandro Algra) 6

Het hoogtepunt van Fantasia in Concert was De Notenkraker van Tsjaikovski. Het filmpje illustreert een surrealistische voorstelling van de verandering van seizoenen. De lentefeeën die door het bos dwarrelen voorzien de planten en spinnenwebben van ochtenddauw, bloemen tollen over het water als ballerina’s en paddenstoelen nemen de vorm aan van Chinese dansers. Opmerkelijk aan de animatie zijn de revolutionaire technieken die zijn toegepast om effecten te creëren als glinsteringen of vallende sneeuwvlokken die in drie dimensies lijken te bewegen. Met de technologie van tegenwoordig is dit natuurlijk vrij eenvoudig na te doen, maar anno 1940 moesten de animators deze trucjes zelf ontwikkelen. Bij de laatste winterscène zorgde een machine ervoor dat het ook in de concertzaal begon te sneeuwen.

Het derde stuk in de trant van de natuur was een suite uit De Vuurvogel van Stravinsky. Een fee ontwaakt uit haar winterslaap en tovert het bos helemaal groen. Wanneer ze een vulkaan binnendringt verstoort ze de kwade vuurvogel, die vervolgens het hele woud platbrandt. Op het moment dat de vogel zijn ogen opende klonk een oorverdovende dreun door de zaal, wat tot een groot schrikmoment leidde onder het publiek. Dit was een van de weinige momenten waarop het orkest perfect synchroon speelde met de beelden. Je kon merken dat de musici hier niet voldoende op hadden geoefend, soms liepen ze wel vijf seconden of meer achter op de animatie. De dirigent had ook een klein schermpje waarop hij de film zelf kon zien. Hiervan maakte hij gebruik om zo nu en dan de achterstand in te halen, dan wel de voorsprong goed te maken. De muziek zelf klonk prima, maar de sleutelmomenten waarin beeld en geluid hand in hand horen te gaan zijn essentieel voor de gehele ervaring.

De tweede helft van de avond opende met de Urendans van Ponchielli. In een Italiaans paleis maken vier diersoorten hun entree om op een ballet te dansen. Het begint behoorlijk traag, met de introductie van struisvogels, nijlpaarden en olifanten. Zodra de krokodillen verschijnen barst een leuke sequentie los vol slapstick-humor, waarbij de krokodillenprins een nijlpaarddiva achtervolgt.

Een vergelijkbaar stuk is een fragment uit Het Carnaval der Dieren van Saint-Saëns. Zes flamingo’s bewegen zich in een elegante choreografie voort door het water. Nummertje zeven is echter afgeleid door zijn jojo. Dit filmpje van nog geen twee minuten is een schattig tussendoortje, maar daar blijft het wel bij: het niveau van de andere stukken wordt bij lange na niet gehaald.

Een jonge bultrugwalvis zwemt met zijn familie door de wateren van de Noordpool in Pini di Roma van Respighi. Hij komt vast te zitten in een ijsberg, maar door een supernova in de sterrenhemel leren alle walvissen plotseling vliegen. De omgevingen zien er schitterend uit. Het was anno 2000 ook een goede keuze om CGI te gebruiken voor de walvissen: het geeft ze veel meer volume en bewegelijkheid dan met handgetekende animatie mogelijk was geweest. Jammer genoeg ogen deze effecten nu erg gedateerd. De muziek werkt ook niet op alle punten even mooi met de beelden.

De Tovenaarsleerling van Dukas geldt als het beroemdste segment uit de voorstelling. Door de dalende populariteit van Mickey Mouse was Walt Disney op zoek naar een manier om hem weer een duwtje in de rug te geven. Het resultaat werd een klassieke korte film, dat uiteindelijk onderdeel vormde van een groter project genaamd Fantasia. Het is een directe verfilming van een oud gedicht van Johann von Goethe, waar het muziekstuk later op werd gebaseerd. In de afwezigheid van zijn meester tovert Mickey een bezem om tot een trouwe dienaar die voor hem water uit de put moet dragen. Dit loopt volledig mis, en al gauw komt het hele huis van de tovenaar onder water te staan. Ik was nooit zo’n Mickey Mouse-fan, maar dit spannende avontuur van negen minuten geldt toch wel als zijn meest memorabele filmmoment. Het bewijst dat de muis eigenlijk een veel leuker personage is wanneer hij niet praat.

Aansluitend hierop komt Pomp and Circumstance van Elgar. De hoofdrol wordt vertolkt door de andere grote Disney ster: Donald Duck. Hij is het hulpje van de Bijbelse figuur Noach, die de taak heeft om twee dieren van elke soort te verzamelen en deze richting de bekende ark te begeleiden. Door een misverstand geloven Donald en zijn vriendin Katrien allebei dat de andere is omgekomen bij de grote overstroming. Dit voelt uiteindelijk als een redelijk zwak stuk om de avond mee af te sluiten. Het kluchtige scenario is grappig, maar mist de spanning en emotionele lading die De Tovenaarsleerling wel had. Over doodgespeelde muziekstukken gesproken: Pomp and Circumstance is een populaire mars bij ceremonies, vooral diploma-uitreikingen.

Recensie | Fantasia in Concert (Sandro Algra) 7

Waar bleven Gershwin en Mussorgsky?

Voor mij was het een grote tegenvaller dat mijn favoriete segment Le Sacre du printemps van Stravinsky niet werd opgevoerd. Dit is het langste en misschien ook het moeilijkste stuk om te spelen, wat het wel begrijpelijk maakt dat ze het niet hebben gebruikt. Op zich is dit ook wel te vergeven door de aanwezigheid van het andere Stravinsky stuk De Vuurvogel. Een tweede tegenvaller was het weglaten van mijn op één na favoriete stuk: Nacht op de Kale Berg van Mussorgsky. Het zijn de twee donkerste, of zelfs meest pessimistische gedeeltes uit de originele film (zeldzaam voor Disney). Ik vermoed dat deze keuzes uiteindelijk ook te maken hebben met de hoeveelheid kinderen in de zaal. Eén belangrijk kritiekpunt op Fantasia ten tijden van de originele première was dat de film niet toegankelijk zou zijn voor kinderen (het was ook niet specifiek op hen gericht). Maar waarom sprak het mij dan wel aan, meer aan dan welke andere Disney film ook? Was ik nou zo’n apart kind of willen veel volwassenen het risico niet nemen om hun kinderen zoiets uitdagends of engs te tonen? Of zouden ouders dat heus niet zo’n punt vinden en ligt het eerder aan de organisatoren van het concert?

Welke animatiesegmenten nou beter zijn dan andere blijft uiteindelijk een kwestie van smaak. Maar als je de meest dramatische scenes inruilt voor meer luchtige stukjes (zoals een lollige flamingo met een jojo) krijg je toch een minder uitgebalanceerde voorstelling. Fantasia 2000 is in vele opzichten een minder goede film dan het origineel. En als je hier dan toch materiaal van gaat gebruiken is het een gemiste kans om niet het beste gedeelte uit die film op te voeren, en dat was toch echt Rhapsody in Blue van Gershwin.

Moeilijker te vergeven is het feit dat het orkest niet voldoende voorbereid leek om de muziekstukken op tempo met de animaties te spelen zoals oorspronkelijk de bedoeling was. Ik snap dat je wat minder zult oefenen voor enkel twee concerten dan wanneer er een hele tournee moet worden opgezet. Je hebt echter wel te maken met een concertzaal vol met mensen die tientallen euro’s voor een kaartje hebben betaald, en die hebben ook wel hun verwachtingen. Dat er voortdurend storingen waren in het beeld toonde verder aan dat de organisatie nogal slordig verliep. Kortom, Fantasia in Concert was een leuke ervaring die zonder een aantal mankementen nog veel mooier had kunnen zijn.

Meer van dit a.u.b.!

Walt Disney had ooit het voornemen om Fantasia tot een filmreeks te maken. Door de tegenvallende opbrengsten en recensies kwam dit project nooit van de grond. Het zou nog eens 60 jaar duren voordat er een vervolg uitkwam, dat toch van minder ambitie en creativiteit getuigde dan het origineel. Moeten we weer een paar decennia wachten voor nog zo’n filmervaring? Als de Disney studio’s Walts droom niet waarmaken zou het wellicht niet verkeerd zijn als andere filmmakers zo’n taak op zich zouden nemen. In 1976 al maakte de Italiaan Bruno Bozzetto de parodie Allegro Non Troppo (overigens ook een aanrader). Juist nu met de opkomst van het internet zou het een geweldig idee zijn als kleine animatiestudio’s hun eigen korte films zouden maken in de geest van Fantasia, om deze vervolgens online te verspreiden (ik heb het idee dat onafhankelijke filmmakers eerder geneigd zullen zijn om wat gedurfdere keuzes te maken op dit terrein). Wie weet zien we hier wel over een aantal jaren een compilatie van in het Ziggo Dome.

★★★☆☆

Sandro Algra