Blog | NFF Report 1 – Interviews met NFF Masters (Immy Verdonschot)

Het NFF ligt inmiddels alweer enige tijd achter ons, maar er is nog een hoop te vertellen. Zo stonden dit jaar Nederlandse filmmakers centraal die in het buitenland succesvol zijn. Onder hen waren director of photography Hoyte van Hoytema (The Fighter, Her, Interstellar, SPECTRE) en kostuumontwerpster Jany Temime (zes Harry Potter-films, Karakter en Skyfall). Met beiden werd dan ook een interview gehouden van ongeveer 1,5 uur, de eerste door Jean van de Velde en de tweede door Jan Leyers. Toeval heeft het dat deze NFF Masters ook nog eens aan dezelfde film hebben gewerkt: SPECTRE. Bij deze enkele highlights die ik in een dubbelinterview heb samen gegoten.

De eerste stappen

Jany Temime kwam oorspronkelijk uit Algerije, ging toen naar Parijs en kwam daarna terecht in Nederland. Maar waar ze ook was, film heeft altijd een rol gespeeld in haar leven:

“Film heeft altijd een belangrijke rol in mijn leven gespeeld. Het is superb. Misschien wel omdat ik ben opgegroeid met Egyptische musicals en omdat ik vroeger niets anders had. We konden bijvoorbeeld niet buitenspelen, dus keken veel televisie.”

Van jongs af aan wilde ze dan ook kleding maken voor films. Haar ouders zaten al in de textiel, dus de appel viel in ieder geval niet ver van de boom. Haar eerste grote productie in Nederland was Rooie Sien (1975), terwijl ze daarvoor in Frankrijk al stage had gelopen. Leyers constateerde dan ook

“Je begint in Frankrijk en komt dan naar Nederland?” Waarop Temime antwoordde “Je ontmoet een man… ah, la vie! Amsterdam was ook de stad to be. Daar had je alle vrijheid.”

Dat ze kan netwerken blijkt maar weer, want via wat connecties rolde al snel van de ene film naar de andere. Over Ciske de Rat kan ze nog zeggen:

“Danny [de Munk] was weg van dat hoedje en kon toen al goed acteren. Al vond ik dat hij maar vreemd sprak met dat accent.”

Gespreksleider Jean van de Velde (All Stars, Hoe duur was de suiker) opende het interview met Hoyte van Hoytema op een vrolijke noot, namelijk met een anekdote:

“Hoyte herinnerde mij er zojuist aan dat hij op de grote finaledag van All Stars… een uurtje of anderhalf te laat was. Want hij lag heerlijk in zijn bedje.”

Maar we beginnen natuurlijk bij het begin, wat in ieder interview van hem terugkomt: Het feit dat Van Hoytema tot twee keer toe is afgewezen van de Nederlandse Filmacademie.

“Ik was nog heel erg jong en er waren waarschijnlijk een hoop andere kandidaten die leukere dingen hadden gemaakt. Toen was ik gefrustreerd natuurlijk.”

Om te snuffelen aan zijn roots is hij vervolgens met zijn broer naar Polen vertrokken, waar hun opa vandaan kwam.

“Daar bleek ook een filmschool te zijn, en van het een kwam het ander. Eenmaal terug in Nederland schreef ik iedereen in de filmwereld aan die ik kende.”

Zo belandde hij als clapperloader bij All Stars.

“Het kan volgens mij een heel mooi vak zijn, als je er goed in bent. Ik was er helaas erg slecht in. Iedereen zei wel dat je onderaan de ladder moest beginnen, maar ik realiseerde me dat het geen zin had om dat te doen wanneer je er slecht in bent.”

Als er iets is dat hij dus van die film geleerd heeft, is het wel dat hij geen clapperloader moest zijn als hij DOP wilde worden. Daarom besloot hij terug te keren naar Polen.

De break through

Van Hoytema ging aan de slag met documentaires en series in Europa en wist al behoorlijk naam voor zichzelf te maken. Met Let the Right One In kwamen er echter ook geluiden uit Amerika.

“Op het moment dat ik Let the Right One In maakte, had ik al een carrière in Zweden. Die film heeft er eigenlijk voor gezorgd dat ik ook daarbuiten gezien werd. Toen ging het balletje rollen.”

Dat betekent echter ook dat zijn keuzes moeilijker werden, want iedere stap wordt cruciaal.

“Je kunt een patroon zien in hoe ik een regisseur kies. Ik hou namelijk vooral van regisseurs die van filmtaal houden. Zij houden net zoveel van beelden creëren als van het werken met acteurs. Als je kijkt naar de regisseurs met wie ik werk, dan zijn het ook filmmakers die ieder aspect van het vak kennen. Wat mijn werk weer makkelijker en leuker maakt.”

Dat Van Hoytema het goed kan vinden met zijn regisseurs mag ook blijken uit zijn filmlijst. Zo werkte hij voor Tinker Tailer Soldier Spy weer samen met Tomas Alfredson, van Let the Right One In.

“Mijn gouden regel voor het aannemen van een film, is dat de regisseur doorslaggevend is. Als je een goede chemie hebt met een bepaald persoon, kun je alles naar je eigen hand zetten. Wat ik kan toevoegen aan een script heeft weer te maken met hoe je met een regisseur omgaat. Daarnaast maak je soms ook controversiële keuzes waar je voor moet vechten. En dan is het beter om een regisseur aan jouw kant te hebben.”

Voor Temime kwam de grootste doorbraak met Karakter, welke film een Oscar won.

“Ik had eerder met Mike van Diem aan Pleidooi gewerkt, een televisieserie. Hij vertelt zoveel over het personage en is heel slim daarin. Echt een psycholoog. Toch wisten we bij Karakter dat het karakter van de hoofdrol een verleden moest hebben, maar in welke tijd dat was is nooit gezegd. Tussen het speelt zich af rond de jaren twintig of dertig. Mike is een man met wie ik heel leuk heb gewerkt, maar hij was niet de enige met wie ik eerder op de set had gestaan. De eerste keer dat ik met Jan Decleir werkte was voor Sil de strandjutter. Hij is ook een fantastisch mens en door de jaren heen is hij nooit veranderd. Al heeft hij iedere keer een vrouw die jonger is dan de vorige, haha.”

Hoewel Temime hierna al een film in het Verenigd Koninkrijk heeft gemaakt, was het de film Karakter waardoor Alfonso Cuarón met haar samen wilde werken voor Harry Potter: The Prisoner of Azkaban.

Andere werelden

De grootste verandering met werken aan een dergelijke grote productie weet Temime binnen een seconde te noemen:

“Voor de productie van Hoogste tijd had ik drie assistenten. Tegenwoordig heb ik er 55. Ik kan me nu niet meer voorstellen hoe ik dat ooit heb kunnen doen.”

Maar ja, een groot verschil is dat ze verantwoordelijk was voor alle kostuums:

“Ik moest alle mensen aankleden. Op de set kijk let je echter vooral op de achtergrond, want de meeste zie je niet. Behalve diegene die zijn hoedje niet goed op heeft, of de acteur die denkt ‘ik kijk toch even op mijn mobiel’.”

Hoe ze daar binnen is gerold weet ze ook nog:

“Ik had Y tu mamá también gezien en wilde hem graag ontmoeten. Tijdens ons gesprek vertelde ik dat Harry gewoon een T-shirt en hoodie moest dragen. Hij is een tiener, een jongetje, en daarop reageerde hij ‘That’s it. Let’s do it!’ haha.”

timthumb

Dat Temime aan een Harry Potter gewerkt had, betekende echter niet dat alle vervolgen in kannen en kruiken waren.

“Na iedere Harry Potterfilm, moest ik opnieuw gekozen worden want er waren verschillende regisseurs. Vanaf de vijfde Harry Potter echter wel.”

Aan de hand van deze reeks films kon Temime ook wat dieper ingaan op waar zij op let bij het maken van een film:

“Je moet over alles nadenken. Zo waren Ron’s truien erg druk in Order of the Phoenix. Daardoor moest de rest juist weer rustig zijn. Verder gaat het toch over wizards, dus vesten moeten een hoodie hebben. Dan heb je toch een soort tovenaarshoed. Maar het leukste aan werken aan Harry Potter was nog om de kinderen te zien opgroeien, met de verhaallijnen die daarbij horen. Tegelijkertijd wisten we niet wat er ging gebeuren met de personages, omdat de boeken nog geschreven moesten worden. Af en toe gingen we daarom naar J.K. Rowling toe om te vragen of het zin had om in een personage te investeren. Dat had namelijk geen zin als iemand dood zou gaan, haha. Daardoor verveelde het werk ook nooit, want je wist niet wat er ging gebeuren.”

Ook Van Hoytema mocht zich in wonderlijke werelden begeven, terwijl hij er tegelijkertijd voor moest zorgen deze er zo realistisch mogelijk uit te laten zien. Dat geldt voor zowel Her als Interstellar. Voor de eerste werkte hij samen met Spike Jonze, en hoewel Van Hoytema voorstander is van analoog, is Her toch op video gedraaid.

“De hele film gaat over een jongen die verliefd wordt op een digitaal systeem. Spike is daarom heel erg bezig geweest om de film een bepaalde warmte en emotionaliteit mee te geven. Voor mij was het de uitdaging om dat ook te proberen met beelden. Om het zodoende poëzie mee te geven. En dat was leuk. Een voorbeeld hiervan vind je in het appartement. Dat bevond zich volgens mij op de 34ste verdieping en we wilden daar warmere kleuren voor. Er zijn toen met helikopters spiegels geplaatst in de wolkenkrabber aan de andere kant van de straat om de juiste belichting te krijgen”

v363qQr

Dat Her een persoonlijk verhaal was voor Jonze mag duidelijk zijn. Dit had ook een invloed op de werkwijze van de twee heren.

“Binnen hele korte tijd zit je in een hele heftige relatie. Op die manier worden de gesprekken ook gevoerd. Toch zal je op de set bepaalde dingen gewoon moeten kunnen zeggen. Voor deze film moest dat op een voorzichtige manier, want Spike is best gevoelig.”

Een totaal andere ervaring had Van Hoytema met Christopher Nolan, toen de heren samenwerkten aan Interstellar. Het was voor Nolan de eerste keer dat hij met een andere cameraman dan Wally Pfister werkte.

“Chris is een special geval. Hij had al meerdere dingen op IMAX gedraaid, maar het was voor mij de sport om hem iets te bieden wat andere niet konden. En dat was om de IMAX-camera dus lichter en beweeglijker te maken. Ik wilde namelijk de uitdaging aangaan om handheld te film. Maar dat ding is echt zwaar, haha.”

Ook wist Van Hoytema nog een leuke anekdote te vertellen over zijn tijd op de set.

“Je hebt een machine in de studio staan, een gigantisch monster, met een joystick, wat je op en neer kan bewegen. Dat is het ruimteschip. Op een dag kwam het zoontje van Chris kijken, hij was toen vier of vijf, en Chris zette hem in de stoel van dat ruimteschip. Dat jochie ging dus spelen met die joystick en toen begonnen de motoren te schudden, terwijl hij op een scherm van 180 graden een geweldig uitzicht van de ruimte had. Dat jochie had de tijd van zijn leven.”

Maar Van Hoytema is niet de enige die gewerkt heeft aan een film die zich afspeelt in de ruimte. Zo werkte Temime eerder al aan Gravity, tevens van Cuarón:

“Toen ik aan Gravity werkte was ik heel blij met Sandra Bullock. Zij was een supervrouw met een gigantisch positivisme. Niets was onmogelijk bij haar. Dat is haar karakter. Daarnaast was zij echt een vrouw met heupen, billen en borsten. In plaats van de ‘Hollywood standaard’ waarin iedereen dun moet zijn. Wel zei ze, dat wanneer we twee maanden later zouden beginnen met filmen, ze er compleet anders uit zou zien. Dat zeggen ze allemaal, dus ik geloofde het niet. En ja hoor, twee maanden later was ze gewoon een body builder! Ze had zoveel getraind omdat ze allen stunts zelf wilde doen. Geen idee hoe ze dat in twee maanden tijd voor elkaar heeft kunnen krijgen. In veel van haar shots hangt ze dus met de hulp van haar abs horizontaal. En dat terwijl George Clooney gewoon op een stoel zat!”

Bond, James Bond.

Over SPECTRE konden de NFF Masters helaas niet zoveel zeggen. Als je eerdere interviews met Van Hoytema hebt gelezen, weet je namelijk dat hij over zijn actuele producties nooit iets verklapt.

“Ik mag er in principe niet zo veel over zeggen. Volgens mij moet je dus in oktober gewoon de film gaan zien.”

Toch kwamen er zijdelings nog behoorlijk wat achtergrondverhalen naar voren. Zo kwam er een vraag uit de zaal over hoe het is om grote (vaste) DOP’s te vervangen, zoals Roger Deakins bij SPECTRE.

“Als ik niet denk dat ik iets kan toevoegen aan een film, dan neem ik ook geen films aan. En dat rechtvaardigt het werk ook voor mij. Ik heb dus niet het gevoel dat ik aan een bepaalde verwachting moet voldoen.”

Temime heeft inmiddels met beide DOP’s gewerkt, dus vult aan:

“Voor Skyfall werkte ik met Roger en nu met SPECTRE met Hoyte. Het is nooit zo dat de ene DOP de andere vervangt. Daar werken ze te verschillend voor. Maar ik vond werken met Hoyte een stuk leuker, omdat er met Roger geen communicatie was.”

Natuurlijk leverde zo’n eerlijke reactie wat gelach op in de zaal. Ze vervolgt nog:

“Hoyte praat met je en dat is een van zijn beste kwaliteiten. Film is een samenwerking, maar Roger zat bijvoorbeeld strak achter de monitor en je mocht geen meter bij hem in de buurt komen. Het is dus een plezier om met Hoyte te werken.”

Hoyte beaamt dit:

“De production designer en kostuumontwerpster zijn hele belangrijke vrienden op de set. Al ontstaan er af en toe wel discussies. Dat is een leuk en flirterig gevecht. Je kan bijvoorbeeld een mandaat geven dat er geen blauw mag zijn in een scène. Vervolgens komt de acteur in een blauw kostuum aan… Toch moet ik toegeven dat het dan vaak wel de juiste keuze is.”

Waarom regisseur Sam Mendes voor Van Hoytema heeft gekozen?

“Dat weet ik eigenlijk niet. Ik weet wel dat hij verschillende van mijn films heel mooi vond, maar ik hoefde mijn werk niet te kopiëren. Hij wilde echt een nieuwe relatie aangaan. Sam had ook heel veel respect voor mijn ideeën en is een van de meest technisch onderlegde mensen waarmee je kunt samenwerken. Hij wil alles begrijpen en het ook daadwerkelijk gebruiken. Toen ik dus terug wilde naar draaien op film [analoog], zat hij meteen op dezelfde golflengte.”

Ieder project dat Van Hoytema doet lijkt steeds groter te worden.

“Interstellar draaiden we in 85 dagen met een single unit. Bij SPECTRE was dit ietsjes groter, namelijk 123 draaidagen. Én we hadden nog eens drie units!”

Dit had er weer mee te maken dat er op verschillende continenten tegelijkertijd moest worden gefilmd. Wat zich natuurlijk ook weer vertaalden in meerdere kostuums voor Temime.

“Toen ik bij Skyfall kwam, zei ik dat ik Daniel een ander imago wilde geven. Veel feller en fysieker. Hij heeft de spieren, dus hij moet ook een pak hebben waarin je dat kan zien. Daniel Craig heeft zelf de kunstacademie gedaan en weet dus veel van kleding, Hij kwam dan ook zelf met goede ideeën.”

Als je denkt dat ze aan een of twee exemplaren van een pak genoeg hebben, dan blijk je bedrogen uit te komen:

“Van ieder pak moten we zo’n dertig stuks hebben: Van schoon tot vies, in vier stadia, en voor iedere stuntman ook verschillende eigen pakken. In SPECTRE heb je op het einde een scène met een auto van een miljoen. Die is speciaal gemaakt, dus we hadden ook een speciale stuntman die daarin moest rijden. Ook al zat hij maar vijf seconden in de auto. Hij had dus ook een eigen pak.”

spectre-james-bond-2015-billboard-650-01

De verschillende units speelden zoals aangegeven ook een rol:

“Dat betekent dat je verschillende pakken in andere landen moest achterlaten, omdat het daar werd gebruikt voor andere scènes die gefilmd werden.”

Het pak maakt de man natuurlijk, maar de Bondgirls mogen er iedere keer ook weer zijn:

“Wat betreft de Bondgirls zie je dat ze zelfstandiger zijn geworden. Het is niet meer zo dat deze dames een keer met Bond het bed induiken en daarna doodgaan. Die verandering is ook terug te zien in hun kleding.”

Kledingstukken die overigens ook te zien waren op de expositie van Temime in het Stadhuis in Utrecht. Ik ben zelf zo brutaal geweest om het inmiddels iconische pak van Bond uit SPECTRE zelfs even aan te raken. En man, dat pak is smooooth! Ik kan me goed voorstellen dat het helpt bij de metamorfose van Craig naar Bond en kan inmiddels niet wachten om het in de film te aanschouwen.

Beide interviews waren erg interessant en zijn ook zeker de moeite waard om zelf nog eens te bekijken. Kijk het hele interview met Hoyte van Hoytema hier, en die met Jany Temime hier.

Immy Verdonschot